Plexus Coeliacus en Splanchnicus behandeling
Bij deze behandeling is het doel om pijn in de bovenbuik te verminderen door de zenuwen van de plexus coeliacus en de nervus splanchnicus major en minor te blokkeren.
Samen vormen deze onwillekeurige of sympathische zenuwen een netwerk dat een rol speelt in de functie van de organen in de bovenbuik zoals de alvleesklier, de maag en de lever. Ook pijn vanuit deze organen verloopt via dit zenuwnetwerk.
Het aanbrengen van een blokkade op die plaats, kan worden toegepast bij ernstige pijnklachten als gevolg van kanker van de bovenbuikorganen. In geselecteerde gevallen kan deze behandeling ook ingezet worden bij goedaardige oorzaken zoals alvleesklierontsteking.
Een plexus coeliacus blokkade is een onderbreking van dit zenuwnetwerk ter hoogte van de bovenste lumbale wervel (L1).
Een splanchnicus blokkade onderbreekt de zenuwen naar de bovenbuikorganen op niveau van de onderste borstwervels (Th 11 en Th 12).
Op deze afbeelding ziet u in zijaanzicht de wervelkolom met de onderste rib afgebeeld.
De plexus coeliacus bevindt zich juist naast en voor de wervelkolom ter hoogte van de bovenste lendenwervel (L1). Op de figuur ziet u de naaldpositie bij een rechtszijdige plexus coeliakusblokkade.
De splanchnicuszenuw bevindt zich iets hoger ter hoogte van de onderste borstwervels (Th 11 en 12).
De behandeling vindt plaats op de operatiekamer of de behandelkamer van het pijncentrum. Er wordt een infuus geplaatst, waarlangs extra vocht en medicatie kunnen worden toegediend. Via een dun slangetje in de neus krijgt u zuurstof toegediend. Tijdens de procedure ligt u op uw buik op een paar kussens. U wordt aangesloten aan een monitor voor continue controle van uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte in het bloed.
Via het infuus krijgt u een licht slaapmiddel (sedatie). De behandeling kan ook onder lokale of epidurale verdoving (ruggenprik) gebeuren.
De huid wordt ontsmet en er worden doeken geplakt voor het creëren van een steriele omgeving. Daarna wordt de huid op twee plaatsen verdoofd. Door het verdoofde gebied en onder röntgencontrole worden een of twee naalden geplaatst ter hoogte van de plexus coeliacus (L1) of splanchnicus zenuw (Th 11 of 12).
Met behulp van contrastmiddel wordt gecontroleerd of de naalden zich op de juiste plaats bevinden. Daarna kan een proefblokkade of definitieve blokkade gebeuren.
In de figuur links ziet u de positie van de twee naalden bij een beiderzijdse blokkade van de plexus coeliacus ter hoogte van de bovenste lendenwervel (L1).
Hierbij een lokaal verdovingsmiddel wordt ingespoten om het effect op uw pijn te beoordelen.
Hierbij wordt een mengsel van alcohol en een verdovingsmiddel rondom het zenuwnetwerk gespoten, waardoor de pijngeleiding (gedeeltelijk) wordt onderbroken en de pijnprikkel de hersenen niet meer kan bereiken.
Via de speciale naald kunnen we met kleine stroompjes de betrokken zenuwen eerst testen proefstroompjes. Na een goede testfase zal er een lokale verdoving worden gespoten bij de zenuw. Na enkele minuten inwerken zal de eigenlijke RF-behandeling worden gestart: hierbij wordt de naaldpunt opgewarmd om met een thermolaesie de zenuw onderbreken.
Het resultaat van de behandeling is na 1 à 2 dagen pas duidelijk. Bij de meerderheid van de patiënten treedt na de behandeling een goede pijnvermindering op. Het effect van de behandeling houdt gemiddeld enkele maanden aan en kan zo nodig herhaald worden. In een aantal gevallen is een aanvullende behandeling noodzakelijk
Ernstige complicaties komen zelden voor. Wel is een aantal bijwerkingen mogelijk.
Dit zijn de stappen die u gaat volgen
Het vernieuwde pijncentrum is gemakkelijk te vinden in het Bravis ziekenhuis Roosendaal. U volgt route 73 en u meldt zich daar aan de balie.
Uiteraard wilt u weten wat de behandeling inhoudt en wilt u antwoorden op uw vragen. Bereid u zich dus voor op het gesprek met uw pijnspecialist. Bijvoorbeeld door uw vragen en onzekerheden op een briefje te schrijven.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, stel deze dan vóór de behandeling of regel een telefonische afspraak met de pijnconsulente via het secretariaat. Ook na de behandeling kan u steeds bellen met vragen. De pijnconsulente kan uw vragen beantwoorden of zo nodig met uw behandelend pijnspecialist overleggen.
Bent u verhinderd? Bel dan tijdig naar het secretariaat van het pijncentrum om dit door te geven.