Skip to main content
Aandacht verzacht

Vasculaire pijn

Ook wel: Ischemische pijn

Vasculaire pijn

Ook wel: Ischemische pijn

Wat is vasculaire pijn ?

Vasculaire pijn, ook wel ischemische pijn genoemd, is een pijn die ontstaat bij zuurstoftekort in weefsels.

  • Oorzaken

    Vasculaire pijn wordt veroorzaakt door vernauwingen in de bloedvaten.

    Er zijn twee soorten bloedvaten: de aders en de slagaders. De slagaders vervoeren zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen en de ledematen, de aders brengen het zuurstofarme bloed weer terug naar het hart.

    Als er vernauwingen in de slagaders aanwezig zijn zorgt dit voor minder zuurstofrijk bloed naar bijvoorbeeld de benen. Dit zorgt voor schade aan de weesfels en veroorzaakt pijn (ischemische pijn).

    De vernauwingen kunnen o.a. veroorzaakt worden door:

    • Aderverkalking (roken, hoog cholesterol, hoge bloeddruk, adipositas, etc.)
    • Trombosebeen
    • Ziekte van Raynaud
    • Tumor

  • Klachten

    Vernauwingen in de slagaders naar de benen veroorzaakt een typisch patroon van krampende pijn in de kuiten bij het lopen. Dit heet vasculaire claudicatie, etalagebenen of claudicatio intermittens.

    Nagenoeg volledige verstopping van een bloedvat kan lijden tot heftige ischemische pijn, waarbij operatief ingrijpen noodzakelijk kan zijn om de bloedtoevoer te herstellen.

    Bij een langdurig slechte doorbloeding kan door schade aan weefsels ook zenuwpijn optreden (ischemische polyneuropathie). Zowel gevoelszenuwen als bewegingszenuwen kunnen aangedaan zijn.

    Bij langer bestaande hart- en vaatziekten en longaandoeningen kan het zuurstofvervoer naar de ledematen onvoldoende zijn en kunnen dit soort zenuwpijnen optreden.

    Spataders en oedemen van de enkels kunnen, door slechte terugvloed in de aders, eveneens pijnklachten veroorzaken. Aderontsteking en diepe veneuze trombose zijn complicaties van verminderde doorstroming waardoor pijn kan ontstaan.

  • Diagnose

    De diagnose volgt uit het verhaal van de patiënt en de verschijnselen bij het lichamelijk onderzoek van de benen en voeten (verkleuringen, temperatuur en wondjes). Vaak worden ook aanvullende onderzoeken verricht zoals duplex onderzoek van de bloedvaten, een MRI of vasculaire scan of een catheterisatie bij verstoppingen in de slagaders. Deze aanvullende onderzoeken zullen altijd in samenspraak met de vaatchirurg worden aangevraagd.

  • Behandeling

    Bij onderzoek naar en behandeling van vasculaire pijn kunnen meerdere specialisten betrokken zijn. Veelal zijn dit de vaatchirurg en pijnarts.

    Bij de behandeling van vasculaire pijn gaat het vooral om het wegnemen van de oorzaak van de slechte doorbloeding. Goed blijven bewegen is belangrijk voor een goede doorstroming.

    Met pijnstilling wordt gestart in de vorm van paracetamol en ontstekingsremmers. Ook morfine-achtigen kunnen hier effect hebben. Omdat zenuwpijn door zuurstoftekort van het weefsel hier ook rol kan spelen wordt vaak gestart met middelen tegen zenuwpijn zoals amitriptyline, pregabaline, gabapentine, duloxetine. Dit zijn medicijnen die tegen zenuwpijn kunnen helpen, naast hun oorspronkelijk gebruik tegen epilepsie en depressie.

    In combinatie met de genoemde pijnstillers wordt vaak gestart met lokale behandelingen zoals fysiotherapie, TENS, crèmes die lokale verdoving bevatten, zoals lidocaïne, crèmes met capsaïcine of een Qutenza behandeling.

    Mocht dit allemaal niet baten dan kan een lokale injectie, meestal echogeleid, of een lokale zenuwbehandeling met PRF, zoals het lumbaal sympaticusblok toegepast worden bij sommige vormen van vasculaire pijn, ook wanneer de oorzaak niet meer kan worden weggenomen. In het uiterste geval is de pijn alleen te behandelen door de vaatchirurg. Er volgt dan een vaatoperatie.

    Ruggenmergstimulatie vormde tot voor kort zeker een optie, echter per 1-1-2020 valt dit niet meer onder het te vergoeden pakket. Wellicht door wetenschappelijk onderzoek te verrichten kan over enkele jaren deze optie weer onder te verzekeren zorg geschaard worden. 

    Als het vermoeden bestaat dat de pijn naast lichamelijke klachten ook andere, niet-lichamelijke klachten veroorzaakt, kunnen psycholoog, psychosomatisch fysiotherapeut en revalidatiearts gevraagd worden mee te kijken om het functioneren, ondanks de pijnklachten, zo optimaal mogelijk te houden. Het biopsychosociaal pijnmodel zal dan met u worden besproken.

    Het kan dus voorkomen dat uw klachten gecombineerd behandeld worden door meerdere specialismen.


"Erg fijn dat mijn pijnspecialist samen in een team zit met revalidatiearts en orthopeed om te overleggen over mijn pijn."