Epicondylitis Lateralis (Tenniselleboog)
Wat is een tenniselleboog ?
Een tenniselleboog of epicondylitis lateralis is een aandoening waarbij er pijn is ter hoogte van de aanhechting van de strekspieren van de pols aan de buitenzijde van de elleboog. Deze pijn ontstaat meestal door overbelasting. Het strekken van de pols en elleboog is dan pijnlijk. Een golfarm ontstaat in 80% van de gevallen niet door sporten. Een tenniselleboog komt het meer voor bij 45 tot 54-jarigen, bij personen met overgewicht en bij rokers.
Oorzaken
Een tenniselleboog is een chronische aandoening van de pezen, waar ook veranderingen in de structuur van de pees plaatsvinden. De meest voorkomende oorzaken zijn het maken van repetitieve bewegingen (minstens 2 uur per dag), zware fysieke arbeid (bijvoorbeeld herhaaldelijk zware lasten tillen).
Klachten
Personen met een tenniselleboog klagen meestal van pijn die aan de buitenzijde van de arm ter hoogte van de elleboog gelegen is.
Diagnose
De diagnose tenniselleboog is een klinische diagnose. Dit wil zeggen dat er meestal geen bijkomend onderzoek noodzakelijk is om met redelijke zekerheid een diagnose te kunnen stellen. Bij ernstige chronische gevallen of bij een verhaal van een trauma van de elleboog waarna de pijnklachten zijn ontstaan kan een röntgenfoto gemaakt worden om kalk in de pezen of een (oude) breuk uit te sluiten.
De volgende bevindingen zijn typisch voor een tenniselleboog:- Lokale gevoeligheid/pijn bij duwen aan de aan de buitenkant van de elleboog.
- Pijn bij het strekken van de pols tegen weerstand met gestrekte arm
- Pijn bij het passief buigen van de pols met gestrekte arm
Behandeling
De behandeling bestaat uit aanpassen van de activiteiten en het dragen van een speciale brace. Ter aanvulling kan er gestart worden met paracetamol en/of ontstekingsremmers. Ook middelen tegen zenuwpijn kunnen hier helpen. Dit zijn bijvoorbeeld amitriptyline, pregabaline, gabapentine en duloxetine. Dit zijn medicijnen die tegen zenuwpijn kunnen helpen, naast hun oorspronkelijk gebruik tegen epilepsie en depressie. Morfine-achtigen worden liever niet gebruikt gezien het risico op afhankelijkheid.
Fysiotherapie, TENS en manueel therapie zijn zeer goede alternatieven om mede de klachten te verhelpen.
Bij persisteren of verergeren van de klachten ondanks pijnstilling en fysiotherapie kan aanvullend onderzoek noodzakelijk zijn. Wanneer we een tenniselleboog niet behandelen gaan de klachten vaak spontaan over na 6 maanden tot 2 jaar. Bij personen die nog voldoende functioneren in het dagelijks leven is een afwachtende houding dan ook te verantwoorden.
Indien de klachten toch blijven bestaan kan geopteerd worden voor een injectie met lokale verdoving en ontstekingsremmende medicatie (corticosteroiden). In zeldzame gevallen is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk.
Als het vermoeden bestaat dat de pijn naast lichamelijke klachten ook andere, niet-lichamelijke klachten veroorzaakt, kunnen psycholoog, psychosomatisch fysiotherapeut en revalidatie een mogelijkheid zijn om met de klachten om te leren gaan. Het biopsychosociale pijnmodel zal dan met u worden besproken.
Het kan dus voorkomen dat uw klachten gecombineerd behandeld worden door meerdere specialismen.