Schouderpijn (Rotatorencuff)
Schouderpijn
Wat is de Rotatorencuff als oorzaak voor schouderpijn ?
Aanhoudende schouderpijn heeft diverse oorzaken en is meestal eerst door uw huisarts of orthopeed onderzocht en reeds behandeld met injecties in het gewricht en fysiotherapie.
Oorzaken
Er zijn drie belangrijke groepen schouderpijn:
- Een scheur in de schouderkapselspieren ( cuffruptuur)
- Verkalking of slijtage ( arthrose)
- Een vastzittende schouder ( frozen shoulder)
Een schouder is een zogenaamd instabiel gewricht. Het gewricht wordt bij elkaar gehouden door kapsel, spieren en pezen (rotatorencuff) en zit niet vast in een volledige kom zoals bijvoorbeeld bij een heup. Daardoor is de houding van de schouder, de stevigheid van kapsel, spieren en pezen alsmede de souplesse van het gewricht van groot belang voor het goed en pijnloos functioneren van het schoudergewricht.
Klachten
Helaas heeft de schouder bij problemen vaak de neiging tot verstijven. Door de pijnklachten wordt de schouder ontzien en zal hij langzaam vast gaan zitten. De bewegelijkheid wordt dan steeds minder.
Het trainen van de nog goede spieren en pezen (rotatorencuff), soepel houden van het gewricht en een correcte houding is dan vaak “door de pijn heen” oefenen. Pijnstillers van u huisarts of schouder orthopeed kunnen helpen, alsmede een injectie in het gewricht
Het herstel van schouderpijn kan lang duren en helaas lukt het niet altijd om door pijn heen te oefenen qua beweging, houding en kracht.
Diagnose
De diagnose schouderpijn wordt meestal gesteld op basis van het verhaal en het klachtenpatroon. Bij lichamelijk onderzoek is er sprake van pijn bij bewegingen en beperkte bewegingsuitslagen van de schouder. De pijn kan uitstralen naar de nek en naar de arm en hand. Soms is er sprake van atrofie (verminderde spieromvang).
Belangrijk deel van het onderzoek is het uitsluiten van andere belangrijke oorzaken. Zo kan er infectie aanwezig zijn of een zenuwbeklemming door bijvoorbeeld het bestaan van een nekhernia. Er zal ook aanvullende beeldvorming worden verricht en een oordeel van de orthopeed of neuroloog gevraagd worden.
Behandeling
In het traject van onderzoek en behandeling van schouderpijn zijn vaak al huisarts en orthopeed betrokken geweest voordat u bij de pijnspecialist komt. Ook is vaak een oordeel van de neuroloog reeds aanwezig.
Om de pijn te behandelen wordt vaak gestart met de eenvoudige pijnstillers zoals ontstekingsremmers en paracetamol. In het geval van zenuwpijn is dat vaak niet voldoende en als daar een verdenking op is zal ook gestart worden met middelen tegen zenuwpijn zoals amitriptyline, pregabaline, gabapentine of duloxetine. Dit zijn medicijnen die tegen zenuwpijn kunnen helpen, naast hun oorspronkelijk gebruik tegen epilepsie en depressie.
TENS en fysiotherapie zullen zeker geprobeerd worden om de klachten te behandelen, maar mocht dat niet baten en ook pijnstillers niets doen, dan zal over worden gegaan tot een invasieve pijnbehandeling. Te denken valt dan aan een lokale injectie van de schouder (echogeleid waar nodig), een lokale zenuwbehandeling met PRF. Deze laatste wordt altijd gecombineerd met een directe behandeling door de fysiotherpeut om de bewegelijkheid van de schouder te verbeteren.
Mocht dit allemaal niets uithalen, dan zal overleg plaatsvinden met de orthopedie, danwel een verwijzing volgen in die richting.
Als het vermoeden bestaat dat de pijn naast lichamelijke klachten ook andere, niet-lichamelijke klachten veroorzaakt, kunnen psycholoog, psychosomatisch fysiotherapeut en/of revalidatiearts ingeschakeld worden om mee te beoordelen. Het biopsychosociale pijnmodel zal dan met u worden besproken.
Het kan dus voorkomen dat uw klachten gecombineerd behandeld worden door meerdere specialismen.