Wat is Raynaud ?
Raynaud fenomeen is een overdreven samenknijpen van de bloedvaten als reactie op koude of stress. Het komt vaker voor bij jonge vrouwen, en ontstaat meestal tussen 15- en 30-jarige leeftijd. Vaak zijn er binnen dezelfde familie meerdere personen met Raynaud.
Er zijn 2 vormen van Raynaud:
Er zijn een aantal onderliggende aandoeningen en risicofactoren die de kans op aanvallen vergroten. Voorbeelden hiervan zijn: hypertensie, aandoeningen van hart- en bloedvaten, diabetes, een te traag werkende schildklier en roken.
Raynaud fenomeen komt meestal voor aan de handen maar tast ook frequent de tenen aan. Een aanval begint meestal vrij plots en kan worden uitgelokt door blootstelling aan koude (bijvoorbeeld airconditioning of koude wind) maar kan ook ontstaan in stressvolle situaties. Bij zowel de primaire als secundaire vorm van Raynaud worden er tijdens een aanval 3 fases doorlopen:
Bij vermoeden van Raynaud fenomeen is het belangrijk om zich ervan te verzekeren dat er geen onderliggende aandoening aan de basis ligt van de aanvallen. Er wordt een anamnese afgenomen waarin wordt gevraagd naar de leeftijd waarop de klachten zich voor het eerst manifesteerden, er wordt gevraagd naar de symmetrie en ernst van de aanvallen. Er wordt gevraagd naar omgevingsfactoren en het gebruik van medicatie en of er in het verleden chemotherapie werd gegeven. Bij lichamelijk onderzoek worden de vingers en tenen grondig onderzocht en wordt er gekeken of er geen zweertjes aanwezig zijn. Wanneer er sclerodactylie (verharding en verdikking van de huid van de vingers) aanwezig is moet verder onderzoek naar lupus worden gedaan. Tot slot moet er ook aandacht besteed worden aan het lichamelijk onderzoek van de rest van het lichaam en het hart en de longen om er zich van te vergewissen dat er geen argumenten zijn voor onderliggende reumatologische afwijkingen.
De behandeling is vooral gericht op symptoomcontrole. Wanneer er aanvallen optreden in tijden van stress, kan er aandacht besteed worden aan het verminderen van stress. Hiervoor kan deskundige begeleiding gezocht worden. Verder helpt het om tijdens een aanval de aangedane lichaamsdelen proberen op te warmen, hierdoor wordt getracht het geforceerde samenknijpen van de bloedvaten tegen te gaan, zodat een aanval mogelijk minder lang blijft duren en de pijnklachten in de rode/warme fase ook minder uitgesproken zijn.
Paracetamol en/of ontstekingsremmers kunnen helpen de pijnklachten te verminderen. Daarnaast kunnen ook middelen tegen zenuwpijn zoals amitriptyline, pregabaline, gabapentine en duloxetine geprobeerd worden. Dit zijn medicijnen die tegen zenuwpijn kunnen helpen, naast hun oorspronkelijk gebruik tegen epilepsie en depressie.
Ook fysiotherapie kan bijdragend zijn. Mocht dat allemaal niet baten dan kan een in injectie of electrische behandeling (PRF) van de sympatische grensstreng (Ganglion stellatum of lumbaal sympaticus blok) een optie zijn.
Als het vermoeden bestaat dat de pijn naast lichamelijke klachten ook andere, niet-lichamelijke klachten veroorzaakt kunnen psycholoog, psychosomatisch fysiotherapeut en revalidatiearts gevraagd worden mee te kijken of de pijnklachten te beïnvloeden zijn. Het biopsychosociale pijnmodel zal dan met u worden besproken.
Het kan dus voorkomen dat uw klachten gecombineerd behandeld worden door meerdere specialismen.